De boeiende geschiedenis van Berbice: verfraaiing, vernieuwing en verzet
De rijke geschiedenis van Berbice gaat terug tot in de zeventiende eeuw. De buitenplaats was toen bekend onder de naam Allemansgeest. Het had vele –soms bekende– eigenaren, waaronder raadspensionaris Johan de Wit (1625-1672). In 1812 was het in handen van de rijke advocaat Hendrik Staal. Hij veranderde naam in Berbice, genoemd naar de gelijknamige kolonie die nu onderdeel is van Guyana.
Sinds het overlijden van de laatste bewoonster in 2009, is het eigendom en beheer van Berbice in handen van de Stichting tot behoud van Cultuurhistorische Buitenplaatsen. Mede dankzij de subsidie van de provincie (350.000 euro in 2013) werken veel vrijwilligers nu wekelijks hard om het huis, het park, de orangerie en de rozentuin in goede staat te houden.
Het hoofdhuis is inmiddels aan de buitenkant gerestaureerd. Aan de binnenkant wordt nog volop gewerkt. Dit zal naar verwachting nog wel enkele jaren duren.
Bij de restauratie wordt niet alles teruggebracht naar de oorspronkelijke staat. Door de vele aanpassingen die in de loop der tijd zijn gedaan, is dit eigenlijk ook niet meer mogelijk. Het is ook niet erg. Juist door de variatie aan stijlen blijft de unieke geschiedenis van Berbice herkenbaar en steeds opnieuw beleefbaar.
Park, fruitmuren, orangerie en Peter de Grote
Achter het landhuis ligt een park met fruitmuren, een orangerie (een soort kas voor sinaasappelbomen en andere exotische planten) en een rozentuin. Ook al deze elementen markeren verschillende periodes in de bijzondere geschiedenis van Berbice.
De beroemde Leidse lakenkoopman en tuinarchitect Pieter de la Court van der Voort voegde eind 17e en begin 18e eeuw de orangerie en de fruitmuren toe. De fruitmuren waren een experiment om de oogsttijd van het fruit te verruimen. Deze vernieuwing trok internationale belangstelling en is daarna op veel andere buitenplaatsen en landgoederen toegepast.
Ook de orangerie van Berbice is beroemd en waarschijnlijk de oudste van Nederland. In deze orangerie is voor het eerst in de geschiedenis een ananasplant tot bloei en vruchtzetting gekomen. Dit was zo bijzonder, dat zelfs Tsaar Peter de Grote van Rusland de orangerie heeft bezocht.
Landschapstuin
In de negentiende eeuw vormde de beroemde tuinarchitect Johan David Zocher senior de formele tuin van Berbice –met de bekende symmetrische vormen en buxushaagjes– om in een moderne landschapstuin.
Een van de eerste tuinen die Zocher in Nederland ontwierp is de paleistuin van Soestdijk. Juist deze maand wordt herdacht dat hij daar 200 jaar geleden –Soestdijk heette toen Soetsdijk– in een daglonerswoning plotseling overleed.
Rozentuin
De rozentuin is het nieuwste deel van het landgoed. Ook dit heeft een bijzondere geschiedenis.
In 1936 kwam Berbice in handen van Carel J.A. Begeer, een van de directeuren van de nabij gelegen zilverfabriek van Kempen, Begeer en Vos. Zijn dochter, mejuffrouw Begeer, was de laatste bewoonster van het huis. In haar opdracht werd eind jaren 1960 de rozentuin aangelegd.
Verzet
Aanleiding hiervoor was het plan voor de aanleg van een weg –de N11 Rijnlandroute– dwars door dit deel van het landgoed. Mejuffrouw Begeer verzette zich daar heftig tegen. De aanleg van de rozentuin zette dit verzet kracht bij, in de verwachting dat niemand zoiets moois zou willen aantasten.
Als ultieme daad van verzet had mejuffrouw Begeer nog één laatste wens: dat ze aan de rand van de rozentuin begraven zou worden. Hieraan is voldaan. Sinds haar overlijden in 2009 is haar graf hier nog steeds te zien, als stil monument voor het behoud van deze mooie buitenplaats.