'Vermijd de valkuil van de goedkoopste zorg'
Ondanks de kritiek van de SP is de Tweede Kamer akkoord met de nieuwe Wet op de jeugdzorg. Als ook de Eerste Kamer instemt, gaat de jeugdzorg per 2015 over naar gemeenten. Hoe kijkt de Leidse SP-wethouder Roos van Gelderen tegen de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten aan? Wat gaat er goed en waar maakt zij zich zorgen om? Lees het in onderstaand interview met SP-Statenlid Esther Zwaan.
De Jeugdzorg valt nu nog onder de verantwoordelijkheid van de provincies, maar gaat als de Eerste Kamer ook instemt dus per 1 januari 2015 naar de gemeenten. Op dit moment zit de Jeugdzorg dus midden in de transitie. Goede samenwerking tussen provincie en gemeenten is in dit proces erg belangrijk. SP-wethouder Roos van Gelderen is blij met de samenwerking met haar SP-collega Rik Janssen, die als gedeputeerde bij de provincie jeugdzorg in zijn portefeuille heeft. ‘Jeugdzorg heeft bij ons alle bij de grootste prioriteit en dat merk je’, aldus Roos.
Roos is ook erg tevreden over de samenwerking in de regio’s en met de verschillende zorgaanbieders. Het transitiearrangement dat de partijen gezamenlijk tot stand brachten, is wat haar betreft bijzonder. Het bevat namelijk niet alleen afspraken over de continuïteit van bestaande zorg in het nieuwe stelsel, maar er is ook de afspraak gemaakt dat aanbieders gaan werken volgens een nieuw model waarin jeugd- en gezindsteams een belangrijke rol spelen.
Deze gezinsteams gaan uit van de basis: de omgeving van kind, zoals familie en school. De SP pleit hier al jaren voor: zorg dichterbij huis, met teams die regionaal werken, zo hun wijk en buurt kennen en daardoor veel sneller kunnen signaleren en hulp kunnen bieden. Ook volgens Roos is dit een groot voordeel van de overdracht naar gemeenten. Een ander voordeel is dat de financiering van de Jeugdzorg straks in een hand is.
‘Voorheen waren er tot wel 35 verschillende financieringsstromen’ aldus Roos. ‘Dit werkte bureaucratie in de hand en zorgde ervoor dat een kind niet altijd de best passende zorg kreeg. De problemen sloten namelijk niet altijd naadloos aan op de beschikbare potjes. Straks hebben gemeenten meer mogelijkheden om goed passende zorg te leveren. Daarbij zal dit ook lonen, doordat ze straks als budgethouders ook zelf financieel voordeel hebben als ze besparingen weten te realiseren, met name op dure, gespecialiseerde zorg. Dit is als geheel dus een voordeel, maar er zit ook een risico in. Goede zorg is immers niet altijd de goedkoopste zorg.
Valkuil
Volgens Roos is het van groot belang dat gemeenten niet in de valkuil stappen van de goedkoopste zorg: ‘Goedkoop is vaak duurkoop, en dat geldt ook voor de zorg’. Ook in het kader van ‘voorkomen is goedkoper dan genezen’ is het belangrijk dat gemeenten blijven zorgdragen voor een goed op elkaar aansluitend zorg-, ondersteunings- en preventie-aanbod. Zo blijft het ook in het nieuwe stelsel slim om te investeren in bijvoorbeeld schuldhulpverlening en het terugdringen van het aantal zwerfjongeren. ‘Als jongeren dakloos raken, zou je eigenlijk kunnen zeggen dat de hulpverlening onvoldoende heeft gewerkt’ aldus Roos. ‘Terugkijkend zie je dan altijd een moment waar je had kunnen ingrijpen op een manier die simpeler en vaak goedkoper is’.
Eerst een visie, dan een plan
Alvorens praktisch aan de slag te gaan met de transitie hebben Roos en haar collega’s eerst nagedacht over de vraag ‘Wat vinden en verwachten we nu eigenlijk van jeugdzorg?. Daaruit kwam een visie op jeugdzorg voort, oftewel een beschrijving van hoe zij de jeugdzorg in hun gemeente en in de regio zouden willen organiseren. Belangrijk uitgangspunt is dat ouders, kinderen en omgeving heel actief bij en door de jeugdzorg betrokken worden. Dit lijkt een open deur, maar er wordt volgens Roos nog steeds teveel over mensen in plaats van met mensen gepraat.
Hoe krijgt wethouder Van Gelderen dit voor elkaar? Op de SP-manier. Dus niet van achter haar bureau, maar door de straat op te gaan en met mensen te praten. Door te prikkelen via het voorleggen van stellingen en door professionals en cliëntenraden mee te laten denken over de plannen en het beleid. De kern hiervan wordt: geen grote, bureaucratische organisaties met topzwaar management meer, maar de menselijke maat als uitgangspunt. Zodat flexibel maatwerk mogelijk wordt voor kinderen en gezinnen die zorg nodig hebben.
Bezuiniging is te realiseren, maar niet nu
Reorganisaties kosten altijd geld. Denemarken, dat een soortgelijke transitie van de jeugdzorg al een aantal jaar achter de rug heeft, heeft er daarom voor gekozen om tijdens de transitie juist meer geld vrij te maken. Roos vindt het dus zorgelijk dat Nederland er voor kiest om de transitie samen te laten gaan met forse bezuinigingen op de jeugdzorg. Dit zou in eerste instantie gaan om 15%, maar blijkt op te lopen richting de 20% en soms zelfs nog meer.
Door de onzekerheid over de exacte omvang van de bezuinigingen vindt Roos het niet makkelijk om haar handtekening onder een transitiearrangement te zetten. ‘Het Rijk wil wel taken overhevelen naar gemeenten, maar laat ons wat betreft de financiën in het ongewisse. Dat kan natuurlijk niet’, zo stelt ze. ‘Veel van de kinderen die een beroep doen op de jeugdzorg zijn kwetsbaar. Ze worden vaak ernstig bedreigd in hun ontwikkeling. Juist voor die kinderen is het van belang dat ze kunnen blijven rekenen op goede zorg. Daarvoor is het echt essentieel dat gemeenten nu heel snel zekerheid krijgen over de financiën’.
Vertrouwen op de professional
Voor de SP en ook voor Roos staat vertrouwen in de professional voorop. En dat geldt ook voor vertrouwen in en waardering voor kinderen, jongeren en opvoeders als ervaringsdeskundigen. Gemeenten en nu ook nog de provincie moeten volgens haar de ruimte benutten om hiermee te experimenteren. ‘Hierbij staat het welzijn en de veiligheid van kinderen natuurlijk altijd voorop. Maar soms moet je ook durven loslaten, zodat er ruimte is voor nieuwe ideeën. We moeten ons dus niet laten regeren door angst, maar vertrouwen hebben in de professionals’. In 2014 gaan de eerste organisaties al aan de slag om volgens de nieuwe plannen en aanpak te werken.
Zo zijn Horizon Jeugdzorg en Cardea nu al gezamenlijk bezig met het veranderen van de regels. Bij overplaatsingen moet er bijvoorbeeld veel meer sprake zijn van continuïteit. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de professional zelf kan kijken naar wat de jongere eerder al heeft geleerd en wat hij of zij nog kan leren, in plaats dat een reglement dat bij voorbaat bepaalt. Nu moeten jongeren die op een groep hun doelen hebben behaald als ze verhuizen naar een andere groep vaak weer opnieuw beginnen. Volgens Roos is dat raar: ‘Als je van school verandert hoef je toch ook niet opnieuw in de brugklas te beginnen?’.
Rol provincie
Tot 1 januari 2015 is SP-gedeputeerde Rik Janssen nog verantwoordelijk voor de jeugdzorg in Zuid-Holland. De provincie bezuinigt deze periode niet op eigen middelen voor de jeugdzorg, maar investeert juist extra in de transitie en de transformatie. Voor ondersteuningsactiviteiten, pilotprojecten en kwaliteitsverbetering in het kader van de overheveling van jeugdzorg naar de gemeenten trekt de provincie zo’n zes miljoen euro uit. Verder pleit de SP ervoor om geld dat het Rijk in het kader van de transitie overhevelt naar gemeenten, te oormerken. Dit voorkomt dat het geld via de algemene middelen belandt bij andere zaken als wegen en lantaarnpalen of de schuldenlast van gemeenten.