h

Staat van de Meeslouwerplas tot op de bodem uitzoeken

15 september 2004

Staat van de Meeslouwerplas tot op de bodem uitzoeken

Naar aanleiding van het plaatsen van waarschuwingsborden voor instortende oevers langs de oever van de Meeslouwerplas en eigen waarnemingen met dieptemeting op de plas zelf, heeft SP Statenlid Bart Vermeulen schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten gesteld. Uit de waarnemingen bleek dat er zeer grote diepteverschillen van de bodem van de plas zijn en daar ligt mogelijk een verklaring van de slechtere staat van de oevers. De SP wil nu weten of die diepteverschillen komen door de zandwinning die jarenlang plaats heeft gevonden.
Verder is de SP verbaasd dat er nu pas duidelijk is geworden dat de oever zich in een slechte en mogelijk zelfs gevaarlijke staat bevind.
SP statenlid Vermeulen: ”Ik vraag me af of er de laatste jaren wel goed gecontroleerd is op de kwaliteit van de oevers en de dijk. Omwonenden hebben verteld dat er in 1991 al een flink stuk oever is ingestort, dus dat zou toch tot actie hebben moeten geleidt”
Verder is het zo dat op basis van de contracten met de zandwinner de plas in een bepaalde staat moet worden opgeleverd. Aangezien er ook landelijke normen zijn voor de steilte van de oevers en taluds in plassen vraagt de SP zich ook af of de aannemer de plas wel in de juiste staat heeft opgeleverd en of de provincie dat wel heeft gecontroleerd.
Aangezien er in Zuid-Holland nog meer (voormalige) zandwinlocaties zijn vraagt de SP aan Gedeputeerde Staten of ook daar gegevens bekend zijn omtrent verleende vergunningen en van de kwaliteit van de oevers.
Vorige week is een onderzoek naar de staat van de oevers ingesteld.
Maandag is bekend geworden dat de staat van de oevers waarschijnlijk niet zo slecht is als gevreesd werd, maar het onderzoek duurt nog voort.
De SP hoopt dat er inderdaad weinig gevaar voor de omwonenden is, maar wacht de definitieve uitslag van het onderzoek kritisch af.

Bijlage 1: de schriftelijke vragen.
Datum: 15-09-2004

Aan de voorzitter van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland.
Betreft: Schriftelijke vragen ex artikel 54 reglement van orde.

Onderwerp: instortingsgevaar oevers / gevolgen zandwinning Meeslouwerplas.

Toelichting:
Op 14 juli zijn er op de dijk tussen de Meeslouwerplas en de Oostvlietweg borden geplaatst met de tekst; “Instortende oevers” en is een groot deel van de dijk verboden terrein geworden.
In de media (HC 7-8-04) wordt een relatie gelegd tussen de zandwinning in de Meeslouwerplas en de slechte staat van de oevers. Op dit moment vindt er een onderzoek naar de staat van de oevers plaats. De SP fractie gaat er vanuit dat vraag 1 (A,B,C) meteen na de uitkomst van het onderzoek beantwoordt zal worden en dat de bewoners en PS daarvan meteen van op de hoogte worden gesteld.

1A. Is er langs de Meeslouwerplas gevaar voor instortende oevers?
1B. Is dat een gevolg van de zandwinning ter plaatse?
1C. Is de plas te diep en/of zijn de hellingen van de oever naar de bodem te steil?

2A. Wie won er zand in de Meeslouwerplas, in welke periode en op basis van welke vergunning(en)?
2B. Wat is er in die vergunning(en) voorgeschreven ten aanzien van de diepte van de Meeslouwerplas en de steilte van de hellingen van de oever naar de bodem?

3A. Door wie, op welke manier, wanneer en hoe vaak zijn de diepte van de Meeslouwerplas en de steilte van de hellingen tussen de oever en de bodem van de plas gemeten?
3B. Zijn dergelijke metingen na de zandwinning ook nog uitgevoerd?
3C. Wat waren de uitkomsten daarvan en kunt u die aan Provinciale Staten verstrekken?
3D. Op welke manier, wanneer en hoe vaak zijn die metingen door de provincie zelf gecontroleerd?
3E. Wat waren de uitkomsten daarvan en kunt u die aan Provinciale Staten verstrekken?
3F. Zijn er verschillen in uitkomsten geconstateerd tussen de ad 3A en ad 3D bedoelde metingen?
3G. Zo ja, welke consequenties heeft u daaraan verbonden?

4A. Waarom ligt er nu nog een zandzuiger in de Meeslouwerplas?
4B. Wordt er nu nog steeds zand gewonnen in de Meeslouwerplas?
4C. Zo ja, wie wint er thans nog zand in de Meeslouwerplas, hoe lang nog en op basis van welke vergunning(en)?
4D. Bent u bereid de zandzuiger uit de plas te laten verwijderen als de laatst verleende ontgrondingvergunning intussen is verlopen?

5A. In welke staat moest de zandwinner in de Meeslouwerplas het hele gebied conform de voorschriften in de verleende ontgrondingvergunning(en) achterlaten, met name wat betreft de diepte van de Meeslouwerplas en de steilte van de hellingen tussen de oever en de bodem van de plas, de staat van de oevers, de oppervlakte van het ontgrondinggebied en de aanwezigheid van grond op de bodem en de taluds?
5B. Heeft de zandwinner de Meeslouwerplas en de oeverzones daaromheen intussen in de voorgeschreven staat achtergelaten?
5C. Zo nee, welke consequenties heeft u daaraan verbonden c.q. wilt u daar alsnog aan verbinden?

6A. (Hoe lang) bent u al op de hoogte van het feit dat er in 1991 op de westelijke oever van de Meeslouwerplas al een oeverval heeft plaatsgevonden, in het verlengde van de locatie die nu niet betreden mag worden?
6B. Zo ja, welke consequenties heeft u daaraan verbonden?

7 Hebben de zandwinningen geleid tot financieel voordeel of opbrengsten voor de provincie en om welke bedragen gaat het dan?

8A. Op welke andere locaties in de provincie is er in het verleden zand gewonnen of wordt nu nog steeds zand gewonnen?
8B Heeft u inzicht in de naleving van de verlopen of lopende contracten van de in ad 8A genoemde locaties en wilt u Provinciale Staten van de uitkomsten daarvan op de hoogte stellen?
8C Is het mogelijk dat er op de in ad 8A genoemde locaties gevaar is voor instortende oevers?

U bent hier