h

Provincie kan en moet meer doen voor zwerfjongeren

26 augustus 2010

Provincie kan en moet meer doen voor zwerfjongeren

De afgelopen tijd is er veel bericht in de media over het aantal zwerfjongeren in Nederland. Volgens officiële cijfers uit 2007 zijn er 6000 dak- en thuisloze jongeren. Hulpverleners denken echter dat het aantal op dit moment fors hoger ligt, zo zegt ook de Stichting Zwerfjongeren Nederland. De SP statenfractie heeft meerdere malen gevraagd om hulp en opvang voor deze kwetsbare groep jongeren. Tot nu toe weigert het provinciebestuur gehoor te geven aan de oproepen, ondanks het beschikbaar stellen van geld voor specifieke doelgroepen na vragen van statenlid Eva de Bakker (SP). Al in 2008 stelde de SP voor om te komen tot een dekkend hulpaanbod voor zwerfjongeren. Ook stelde statenlid De Bakker meerdere malen vragen aan het college van Gedeputeerde Staten. Dankzij de aanhoudende inzet is er een budget van een kleine 1,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 'specifieke doelgroepen', daar kunnen tienermoeders, maar ook dak- en thuisloze jongeren onder vallen. “Het is een klein succesje,” zegt De Bakker, “want de provincie kan nog meer doen. Vooral als je aanbevelingen leest van verschillende rapporten. De SP wordt in haar kritiek gesteund door meerdere instellingen en wetenschappers.”

“Het zou mooi zijn als gemeenten genoeg doen om zwerfjongeren hulp en opvang te bieden,”stelt De Bakker, “maar dat is lang niet altijd het geval. Vooral voor kleinere gemeenten is het lastig, omdat zij niet vaak met dak- of thuisloze jongeren te maken hebben. Het probleem is dan van regionale aard en de provincie kan dan een catalisator zijn om te komen tot wél voldoende hulp en opvang.” De SP vindt daarom dat de provincie niet weg mag lopen voor haar verantwoordelijkheid, ook omdat de relatie tussen jeugdzorg en een zwervend bestaan is aangetoond.

De Bakker: “De provincie wil dat alle jongeren gelukkig, gezond en veilig moeten kunnen opgroeien. Bovendien zet de provincie, zeer terecht, in op een betere nazorg na een jeugdzorgtraject. Het mag dan niet zo zijn dat jongeren buiten beeld raken en op straat terecht komen. Dus moet en kan er voor zwerfjongeren meer gebeuren. Geen woorden, maar daden!”

Zwerven en Jeugdzorg
Het Verwey-Jonkerinstituut zegt in 2009 dat zwerfjongeren vaak een jeugdzorgachtergrond hebben. Dit wordt bevestigd door de Stichting Zwerfjongeren Nederland. Vooral 18-plussers vallen vaak tussen wal en schip. Als er voor het 18de levensjaar geen indicatie ligt van Bureau Jeugdzorg, dan stopt de jeugdzorg en zijn deze jongvolwassenen aangewezen op de volwassenzorg en -opvang.

Ook de DSP-groep heeft in hetzelfde jaar onderzoek gedaan in Nederland. Uit hun rapport 'Zwerfjongeren (z)onder dak' blijkt dat het aanbod in de jeugdzorg onvoldoende aansluit op de hulpvragen van zwerfjongeren. De DSP-groep constateert een tekort in maatschappelijke opvang en dat de opvang niet aansluit bij de doelgroep. Bovendien is meer praktische begeleiding nodig.

Daarnaast is er vertraging bij de toegang tot woonvormen van jeugdzorg en maatschappelijke opvang wat leidt tot wachtlijsten. Tevens constateert de DSP-groep dat de stop van jeugdzorg bij het 18de levensjaar er in de praktijk voor zorgt dat de hulp (met name van gezinsvoogden) al in de fase ervóór wordt afgebouwd. Dit verhoogd het risico op uitval.

Er zouden dus afspraken gemaakt moeten worden tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang en er zou een betere informatie-uitwisseling moeten zijn. Jeugdzorg is niet altijd goed op de hoogte van maatschappelijke opvang en andersom weet de maatschappelijke opvang vaak te weinig over de achtergrond van een jong-volwassene.

Zwerfjongerenopvang en aantallen
Uit het rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2009 blijkt dat 23 van de 43 centrumgemeenten in Nedeland opvang voor zwerfjongeren biedt. In totaal zijn dat slechts 600 plaatsen in verhouding tot minimaal 6000 jongeren of een veelvoud daarvan. De Rekenkamer heeft in haar onderzoek alleen gevraagd naar de beschikbaarheid van opvang. De cijfers zeggen dus niets of er voldoende opvang is en op een tijdig moment. De conclusie luidt dan ook dat nog niet voldoende zerfjongeren bereikt worden om daadwerkelijk hulp te krijgen. Ook het tempo waarin een sluitende zorgketen wordt gerealiseerd is te langzaam.

Reactie van het Zuidhollandse provinciebestuur
Op 25 augustus 2010 heeft de SP wederom vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. Het provinciebestuur van PvdA, VVD, CDA en ChristenUnie/SGP vindt het helpen en opvangen van dak- en thuisloze jongeren geen provinciale taak. De verantwoordelijk gedeputeerde treedt wel in overleg met gemeenten via de RASsen (samenwerkingsverband Regionale Agenda Samenleving) om te komen tot geschikte woonvormen. Daarnaast is er een andere manier van dossieroverdracht geïmplementeerd wat zijn vruchten af zal werpen, aldus de gedeputeerde.

Meer informatie/ bronnen:


Stichting Zwerfjongeren Nederland:

Algemene Rekenkamer

JSO

Dossier Jeugdzorg SP


Column oud-kamerlid Marianne Langkamp (SP)

U bent hier