h

SP: stop verslechtering landschappelijk groen erfgoed

19 november 2018

SP: stop verslechtering landschappelijk groen erfgoed

Foto: SP

SP-Statenlid Bart Vermeulen wil dat het provinciebestuur meer werk maakt van de bescherming van het groene erfgoed in de provincie. Op veel plaatsen verdwijnen groene landschapselementen als geriefhoutbosjes, houtwallen, koebochten, schurvelingen en vegetatie langs polderkades of gaat de kwaliteit van het landschap achteruit door verwaarlozing.

De SP wil dat deze achteruitgang van ons landschap stopt. De groene cultuurhistorische landschapselementen geven het landschap betekenis door de relatie die ze leggen met het historisch grondgebruik. Ook zijn ze belangrijk voor de biodiversiteit en de beleving van het landschap door bewoners en recreanten.

Statenlid Vermeulen: ‘Onderzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed laat zien dat van alle groene landschapselementen die in 1850 in Nederland aanwezig waren, nog geen drie procent over is. Ook het Meetnet Agrarisch Cultuurlandschap laat een zorgwekkend beeld zien.

Zij stelden in 2015 dat meer dan de helft van de landschapselementen in Nederland binnen vijf jaar beheer nodig heeft om in stand te kunnen blijven en dat 17% van de geïnventariseerde elementen door andere oorzaken wordt bedreigd. Dit beeld is voor Zuid-Holland nog erger en daar moet wat aan gedaan worden.’

In schriftelijke vragen roept de SP het provinciebestuur op om particulieren en gemeenten actief te benaderen met praktische tips over beheer van het groen in de buitengebieden en hoe dit planologisch beschermd kan worden. Ook pleit de SP voor meer proefprojecten waarbij het groene erfgoed in specifieke gebieden structureel verbeterd wordt.

Daarnaast moet de kennis over de groene landschapselementen beter georganiseerd worden. Vermeulen: ‘Op dit moment is er in Zuid-Holland geen organisatie die in de hele provincie de kwaliteit van ons landschap bewaakt. In bepaalde gebieden worden er wel inventarisaties gedaan.

Het zou verstandig zijn als de provincie ook de overige kansrijke gebieden laat onderzoeken en het al bekende onderzoek in haar eigen kaartmateriaal opneemt. Zo kunnen de landschapselementen bij ruimtelijke ingrepen niet zomaar over het hoofd worden gezien.’

U bent hier