Zuid-Holland

Op vrijdag 27 oktober bezocht Lies van Aelst de afdeling Leiden om te spreken over het openbaar vervoer in de provincie Zuid-Holland, en het onderzoek dat ze met oud-Europarlementariër Anne-Marie Mineur voor de Statenfractie doet. Het verhaal van de SP’ers leidde tot veel herkenning bij de aanwezigen.

De uitkomsten van het onderzoek dat de Statenfractie kort tevoren had gepresenteerd, stuitte op verontwaardiging. De provincie moet streven naar op zijn minst een halvering van de reistijd en een halvering van de kosten, bleek daaruit, om concurrerend te zijn met de auto. De noodzaak van beter openbaar vervoer wordt door velen gevoeld. “Ik zou best vaker met het OV willen, maar het is te traag en te duur”, zei één van de aanwezigen. 

Van Aelst ging in op verschillende zorgelijke ontwikkelingen in het openbaar vervoer, zoals de verkoop van het Duitse vervoerbedrijf Arriva aan een Amerikaanse investeerder, het faillissement van het veer Maassluis Rozenburg en de overgang van het openbaar vervoer in Zuid-Holland Noord naar het Italiaanse vervoerbedrijf Qbuzz. “We hebben in mijn regio — Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem — al gezien tot wat voor wantoestanden dat kan leiden met dit bedrijf”, aldus Van Aelst, en ze beloofde in contact te blijven met de regio om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen. 

Anne-Marie Mineur presenteerde de eerste resultaten van de enquête die de Statenfractie de afgelopen weken hield. Daaruit blijkt dat een mensen die rond of onder het sociaal minimum zitten, vaak geen beschikking hebben over een auto en soms zelfs niet eens een fiets. De term ‘vervoersarmoede’, gemunt door planoloog Karel Martens, krijgt daarmee een wrang gezicht.