Zuid-Holland

Door een streep te zetten door het huidige stikstofbeleid veegt dit kabinet in een klap alle bereikte resultaten van de afgelopen twee en een half jaar van tafel. Als een soort Henk Bleker 2.0, die in het verleden al eens de stekker uit de Ecologische Hoofdstructuur trok, trekt minister Wiersma de stekker uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied. De vraag is wat dit gaat betekenen voor de agrarische sector.

En dat is niet veel goeds. Naar alle waarschijnlijkheid betekent het stopzetten van alle plannen om de stikstofuitstoot te verminderen en zo ruimte te creëren voor boeren en bouw niet dat dit nu ook niet meer nodig is. Zo heeft de Raad van State bijvoorbeeld de provincies tot 2025 uitstel gegeven als het gaat om het handhaven van de zogenaamde PAS melders. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) was een regeling waarin uitbreiding van agrarische bedrijven werd toegestaan als werd beloofd dat er zou worden gewerkt aan de verbetering van de natuur en het milieu. Omdat onduidelijk was of dit laatste ook daadwerkelijk en in voldoende mate werd uitgevoerd,  heeft de Raad van State de PAS in juli 2019 afgeschoten. De PAS-melders waren boeren die, volgens de PAS regeling, hun uitbreiding uitsluitend hoefden te melden (vandaar PAS-melders), maar volgens de uitspraak van de Raad van State hadden ook deze boeren een vergunning moeten aanvragen. Deze boeren zitten dus nu met een uitbreiding van hun bedrijfsvoering waar geen vergunning voor is verkregen. Het Rijk zou komen met een oplossing, in de vorm van stikstofruimte, voor deze boeren. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied was hiertoe een belangrijk middel. Door het stoppen van het NPLG, wordt er nog maar weinig of geen stikstofruimte gecreëerd en dreigen de PAS-melders volgend jaar hiervoor de rekening te krijgen.

Ook voor andere sectoren en bedrijven dreigen er complicaties. Zonder stikstofruimte kan er op veel plaatsen in ons land niet meer worden gebouwd en kunnen ook andere bedrijven dan agrarische niet verder uitbreiden. Maar ook ontwikkelingen rond de aanleg van wegen en spoorwegen kunnen zonder voldoende stikstofruimte niet worden uitgevoerd.  Hierdoor zal de druk op agrarische bedrijven groter en groter worden, als de stikstofruimte gezocht gaat worden door het opkopen van boerenbedrijven.

Vooralsnog heeft deze minister geen oplossing voor dit probleem. Waarschijnlijk wordt gedacht aan het verhogen van de depositienorm voor stikstof, dus zeg maar dat wat neer mag komen in een natuurgebied. Hoewel met het verhogen hiervan veel PAS-melders geholpen zouden kunnen worden, zal een dergelijke maatregel vermoedelijk niet standhouden in de rechtszaal of bij de Raad van State, als niet kan worden aangetoond dat dit zonder gevolgen voor de natuur kan. Ook Europa zal, ondanks de vele bezoeken van deze regering aan Brussel, blijven vasthouden aan het sterk verminderen van de stikstofuitstoot en depositie door Nederland. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied was ook voor de SP niet het ultieme plan dat het hele stikstof- milieu- en klimaatprobleem zou gaan oplossen. Het was wat ons betreft wel een stap in de goede richting. Met het afschieten van deze goede stap lijkt er op dat deze regering, met 135 km per uur, aanstuurt op een koude sanering van de agrarische sector.   

Frank Johan Hoogendam, fractievoorzitter SP Zuid-Holland