h

Algemene beschouwingen: 18 jaar SP in de Staten

6 november 2013

Algemene beschouwingen: 18 jaar SP in de Staten

Foto: Provincie Zuid-Holland

Bij de algemene beschouwingen keek plaatsvervangend fractievoorzitter Bart Vermeulen terug op 18 jaar SP in Provinciale Staten.
In die terugblik stond hij vooral stil bij de vooruitgang die op een aantal belangrijke punten is geboekt sinds de SP in het College van Gedeputeerde Staten zit.

Voorzitter,

de beleidsbegroting  is sluitend, maar hij sluit niet de maatschappelijke kloof in onze provincie.

Er heerst armoede in onze provincie. Ontvangers van huursubsidie betalen 25% van hun inkomen aan woonlasten, de laagste inkomens zelfs 40%.

Er is ook grote rijkdom. De laatste jaren zijn de meest verdienende Nederlanders er fors op vooruit ge­gaan.

Voorzitter, hiermee citeer ik de woorden van Fenna Vergeer, fractievoorzitter van de SP-fractie bij de algemene beschouwingen van 1995.
De genoemde cijfers zijn inmiddels overigens nog verder toegenomen.
En dit zijn meteen de zorgen waar veel inwoners in onze provincie dagelijks mee worstelen.

Het zal geen verrassing zijn, maar Stroomgebiedbeheerplannen, effectindicatoren, balansverplichtingen, SCHWUNG 2 en MoMo worden niet aan de keukentafel besproken.

Die dagelijkse zorgen van veel van onze inwoners waren bij onze eerste beschouwingen urgent en zijn dat bij onze achttiende verjaardag in deze staten nog steeds.
Daarom lijkt het me goed om als achttienjarige, toch in een mensenleven een bijzondere leeftijd, eens terug te kijken en vooruit te kijken.

Dat is overigens deels ingegeven door een steeds kortere gemiddelde zittingsduur van leden van provinciale staten en de huidige werking van het stateninformatiesysteem. Ons collectieve geheugen staat onder druk.

Maar voorzitter,

Veel kwesties die in de beschouwing van 1995 aan de orde kwamen zijn nog immer actueel.

De SP vroeg toen aandacht voor het terugdringen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen vanwege de negatieve gevolgen.
Het laatste paar jaar komt de problematiek van de bijensterfte regelmatig aan bod. En terecht.
We hopen daarbij dat de reductie van het gebruik van schadelijke middelen doorzet.

Maar er is meer te doen. Provinciale subsidies voor de stimulering van bloemrijke bermen en een verstandig maairegime hebben daarom onze steun, maar we kijken vooral uit naar de projectafspraken van de flankerende maatregelen uit de beleidsvisie Groen die in 2014 komen om de biodiversiteit sterker te maken.
De door ons gevraagde planologische bescherming van de toekomstige Ecologische Hoofdstructuur-gebieden ziet er op het eerste gezicht goed uit.

Voorzitter,
een punt dat in 1995 ook op de agenda stond was de Hoge Snelheid Lijn. In 1995 de aanleg ervan en nu de gevolgen daar weer van.
De gemeente Dordrecht dreigt een groot deel van de Intercityverbindingen te verliezen door de problemen met de Fyra en dat heeft weer gevolgen voor onze MerwedeLingelijn en de busverbindingen in de regio.
Volgens ons waren de Staten eensgezind in hun opvatting, dat het verdwijnen van diverse Intercityverbindingen ongewenst is. 

Wij verzoeken het college dan ook om scherp de gevolgen in de gaten te houden waar het het aantal reizigers betreft en daarmee ook de vermindering aan inkomsten die het gevolg zijn van deze maatregel door het Rijk.
Het zou goed zijn als het college de Staten daar periodiek over informeert en met deze cijfers in de hand de gevolgen aan de landelijke politiek zichtbaar maakt. Graag een reactie van de gedeputeerde.

Een belangrijker thema in de begrotingsbehandeling van 1995 echter was het milieubeleid:

Ik citeer weer:

Gedeputeerde Staten staan op milieugebied zelfsturing door bedrijven voor. Maar op deze wijze dicht je geen gaten in de ozon­laag. Voor het calculerende be­drijfsleven zijn andere prikkels nodig.

Gelukkig hangt de vlag er op dit gebied wel heel anders bij en dan gaat het niet alleen om de ozonlaag. Het onderwerp als geheel is helaas nog steeds actueel, maar het optreden van het college is een geheel andere.
Niet langer bedrijven hun gang laten gaan, maar beter controleren en optreden bij misstanden is nu het devies. Dit is dan ook een duidelijke oproep om die koers voort te zetten.
En ook om bij het rijk aan te blijven dringen op adequate middelen en mogelijkheden om bedrijven die het niet goed doen aan te kunnen pakken.
Minder versnippering in het toezicht op bedrijven, het zelf opdraaien voor de extra gemaakte kosten bij overtredingen en een afdwingbare revisievergunning blijven voor onze fractie middelen die we als provincie in moeten kunnen zetten.

Verder zijn we uiteraard tevreden dat de problemen met Odfjell  inmiddels onder controle zijn en er geen acuut gevaar meer is. Anders had ik het citaat uit 1995 over mogelijk provinciaal verzet tegen de Franse atoomproeven op Mururoa in dit verband ook nog kunnen gebruiken.

Iets anders is dat wij nu wel duidelijkheid willen scheppen voor de Zuid-Hollandse Milieufederatie.
Hoe het exact gelopen is weet ik niet precies, maar er staat me zoiets bij dat dit sinds eind 2011 onderwerp van discussie is in de Staten en dat het tot nu toe aan een besluit heeft ontbroken.
De heer Wenneker van D66 zal hier zo een voorstel over doen en ik volsta nu met de opmerking dat wij een Milieufederatie een rol vinden hebben in het Zuid-Hollandse beleid.

Niet alleen vanwege de mogelijkheid tot overleg met het maatschappelijk middenveld waar het gaat om  natuur- en milieubeleid, maar ook om als een spreekwoordelijke luis in de pels te functioneren.

Voorzitter,
Een groot verschil met 1995 is echter wel de opwekking van duurzame energie. Windenergie heeft een grote vlucht genomen en op het gebied van aardwarmte worden steeds concretere stappen gezet. Iets waar wij als fractie grote verwachtingen van hebben.
De onlangs bekend geworden oprichting van een programmabureau voor duurzaam warmtegebruik is daarmee een goede extra stap om bedrijven en gemeenten te helpen meer verduurzaming op dit gebied te bereiken. Het is goed dat de provincie hier de spin in het web is, want het wordt wel steeds drukker in de ondergrond. Een goede regiseursrol is hier voor de provincie weggelegd.

Voorzitter,
nog een Citaat:

De extra gelden voor monumentenzorg hebben onze instem­ming.

Het was nooit allen maar tegen.
En op cultureel gebied kunnen wij de woorden van 1995 herhalen.
Met de erfgoedlijnen en de middelen voor restauratie heeft het college een goede koers ingezet om ons erfgoed te behouden, maar ook beter beleefbaar te maken.
Wel willen we opnieuw pleiten voor het nog onzichtbare erfgoed en het opgegraven erfgoed op het terrein van de archeologie.
Archeologie is meer dan alleen vondsten opgraven en in dozen stoppen.
We zijn dan ook blij dat de gedeputeerde heeft toegezegd om de Onderzoeksagenda archeologie te actualiseren en om het depotbeleid te evalueren. In het voorjaar kunnen we daar dus verder over spreken en kijken welke ambities nog meer mogelijk zijn.
In een arbeidsmarkt waar de werkgelegenheid gehalveerd is, is dat ook geen overbodige luxe.

Openbaar Vervoer stond logischerwijs in 1995 niet op de agenda en werd toen dus ook niet genoemd.
De SP is tevreden over de compensatie van middelen uit de reserves voor het OV voor 2015.  De Brede Doeluitkering van het rijk daalt dan immers fors.

Voor de SP is het van groot belang om het openbaar vervoer op peil te houden.
Al hebben ook wij oog voor de realiteit dat er forse tegenvallers te verwachten zijn, waarbij de afschaffing van de Ov-studentenkaart zeer in het oog springt.  We zijn dus zeker ongerust voor de toekomst. (na 2015)

Als SP kijken we echter wel uit naar de start van het Hoogwaardig Openbaar vervoer in 2014. De eerste lijn van R-net gaat dan rijden tussen Leiden en Zoetermeer.
Voor de reiziger in het noordelijk deel van de provincie breekt een tijd aan van meer, sneller en frequenter openbaar vervoer.
Waar we wel voor willen waken is de bereikbaarheid van dunnerbevolkte plaatsen. Openbaar vervoer moet voor zo veel mogelijk mensen bereikbaar blijven. Zeker ook voor hen die geen auto kunnen rijden en dus geen alternatief hebben.

Wat voor sommigen wel een alternatief kan zijn zijn de fietsroutes. De provincie loopt voor op schema bij de aanleg en dat is een prettige constatering.

Voorzitter,
In 1995 verzette de SP-fractie zich op ruimtelijk ordeningsgebied sterk tegen de aangekondigde landgoederenregeling. Twee jaar geleden bleek dat dit inderdaad nog geen succes was en dat ook de mate van openbaarheid niet helder was. Maar die discussie ga ik niet over doen.

Zorgen blijven wel bij de voorraad sociale woningen in de provincie. We hebben daar onlangs schriftelijke vragen over gesteld, dus ik zal hier niet te lang bij stilstaan. Maar met het gewijzigde rijksbeleid op huurgebied is dit onderwerp voor de langere termijn wel een heel belangrijke.
Bij de herziening van de structuurvisie die het komend jaar plaats moet vinden komen we daar uitgebreid op terug.

Wij gaan daarbij uit van een aantal uitgangspunten:

-Een goede bescherming van het groen
-Een vermindering van overcapaciteit bij kantoorlocaties. Bijvoorbeeld door het actief uitnemen van leegstaande kantoren uit de markt door ombouwen naar woningen, iets waar bijvoorbeeld de gemeente Den Haag erg actief in is.
-Mogelijkheden voor verandering van bestemmingen, wat het ombouwen naar woningen gemakkelijker maakt. 
-Bedrijventerreinen alleen aanleggen bij voldoende vraag die regionaal is aangetoond. 
Bij dit alles gaan wij ervan uit dat in afspraken, overleg en samenwerking met gemeenten veel te bereiken valt.

Voorzitter,
Die samenwerking met gemeenten komt sterk tot uitdrukking bij de overdracht van de taken op jeugdzorggebied.

De SP is erg tevreden over de huidige inzet en actiepunten in het programma voor de jeugd. Het transitieproces gaat zorgvuldig en met aandacht voor de meest kwetsbare groepen.

We zien dat er nu wordt ingezet op thema's waar de SP al jaren aandacht voor vraagt. Enkele voorbeelden;

- een goede nazorg

- aandacht voor kwetsbare doelgroepen zoals tienermoeders en dak- en thuisloze jongeren

- een vermindering van de bureaucratie

- en preventie en cliëntparticipatie.

De financiële en procedurele onzekerheid vanuit het Rijk vormen een bedreiging voor een zorgvuldige overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten per 2015.
Dat is een zorg die de SP- fractie met de Gedeputeerde deelt.

Het transitieproces brengt echter ook goede ontwikkelingen bij gemeenten met zich mee. Zoals in de regio Holland Rijnland waar een model ontwikkeld is waarin professionals en ervaringsdeskundigen veel meer centraal staan.

Wel spreken wij de wens uit dat gemeenten de middelen bedoelt voor jeugdzorg, ook daadwerkelijk daarvoor gaan gebruiken.

We hebben in elk geval het vertrouwen dat de provincie doet wat in haar mogelijkheden ligt om ook de komende periode tot aan de transitie op
1 januari 2015 de gemeenten en instellingen in dit proces goed te begeleiden.  
Dit past in onze visie om de solidariteit tussen mensen te organiseren, zodat we waar nodig elkaar helpen en voor elkaar zorgen en in dit geval ieder jongere daadwerkelijk een eerlijke kans geven bij het streven naar een gelukkig leven.

Voorzitter,
ook in 1995 moest de provincie de broekriem aanhalen. Al was toen nog niet bekend dat dat was omdat in dit jaar gestart werd met het bankieren in het kader van de latere Ceteco-affaire.

In 1995 kwam de financiële bedreiging dus van binnenuit en nu van buitenaf.
Onverstandig omgaan met geld doen we dus niet meer, maar de broekriem is gebleven.
Ín 1995 was de bezuiniging 11 miljoen gulden. Nu is dat 10 miljoen euro tot 2015.
Maar ook 10 miljoen op externe inhuur, al is dat sowieso verstandig om te doen. Vorig jaar was de externe inhuur 11% van de totale loonkosten. We roepen het college op om op deze weg door te gaan.

En ik herhaal hier de oproep van mijn fractie bij de behandeling van de jaarrekening van 2012: laat de kosten niet oplopen. Er komen een aantal grote projecten aan, maar dat kan geen reden zijn om fors af te wijken van de vermindering van de externe inhuur.

Maar voorzitter,
achter een getal van een bezuiniging van 10 miljoen euro zitten vele provinciale medewerkers.
De organisatie heeft de afgelopen jaren veel voor haar kiezen gekregen. We roepen het college op om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen.

De SP-fractie kent het college als sober en doelmatig met geld, dus blijft het college behoedzaam ramen en dat lijkt ons niet overbodig. Gezien de grilligheid van het Rijksbeleid en mogelijke extra bezuinigingen vanuit het Rijk is het vergroten van de algemene reserve op dit moment een verstandige keuze die we steunen.

Voorzitter,
in 1995 vond het college een discussie over bevordering van de werkgelegenheid ‘bureaucratische ballast’.
Anno 2013 hebben we daar de afgelopen jaren diverse keren over gesproken, onlangs nog bij de oprichting van een Regionale OntwikkelingsMaatschappij. En we zijn bijna bij een indicator voor werkgelegenheid die we aan de Ontwikkelingsmaatschappij kunnen koppelen.
De tijden zijn wat dat betreft in positieve zin veranderd, maar…

…En dat brengt mij terug bij het eerste citaat. De maatschappelijke tweedeling.

De overheid kan mensen niet gelukkig maken, maar ze kan wel de omstandigheden zo maken dat mensen met een maximale kans op succes dat geluk kunnen bevorderen.
Uiteraard bouwt de provincie geen huurwoningen, schept de provincie geen banen en gaat ze niet over de sociale zekerheid.

Maar met de bevoegdheden en middelen die de provincie heeft scheppen we wel de voorwaarden om banengroei en betaalbare woningen mogelijk te maken. Dat is niet iets dat binnen enkele jaren kan, die les hebben we in de afgelopen 18 jaar wel geleerd.

Voorzitter,
in 1995 sprak Fenna Vergeer over een  beleidsbegroting  met twee gezichten, die zich spiegelen in de maatschappelijke tweedeling van onze provincie.
De conclusie was toen om die begroting niet te steunen.
Vandaag komen we uiteraard tot een andere conclusie. Want ondanks dat diverse kwesties nog immer actueel zijn, zien we in het beleid van dit college op een aantal belangrijke punten een duidelijke trendbreuk met het verleden.

En dan denken we aan een andere bestuursstijl, een betere omgang met gemeenten, het daadwerkelijk handhaven bij  milieuvergunningen en geen prestigeproject als de RijnGouweLijn.

2014 wordt op veel beleidsterreinen een belangrijk jaar. Veel door de coalitie afgesproken beleid zal dan worden uitgevoerd met een dreigende  grote financiële onzekerheid vanuit het rijk.
Deze begroting beoordelen wij ondanks onze verder reikende ambities als haalbaar en verstandig en we menen dat het een middel is om vanuit onze rol de tweedeling in de samenleving een beetje te verkleinen.

U bent hier