Naast statenlid ben ik ook geschiedenisleraar. Als geschiedenisleraar geef je niet alleen les over het verleden, maar moet je ook de politiek uitleggen: Staatsinrichting. Dat doen we in de derde klas, en in de bovenbouw meestal nog eens. Natuurlijk is niet alles daarvan even nuttig, maar ik zie het toch als mijn taak om ervoor te zorgen dat zelfs de minst geïnteresseerde 15-jarige het verschil weet tussen de Tweede Kamer en het kabinet. Behalve de minimumleiders die alleen in de klas zitten te wachten tot de pauze begint, heb je in elke klas ook een paar toppers, die oprecht geïnteresseerd zijn in de stof, zelfs als dat over een taai onderwerp als de rechten van volksvertegenwoordigers in een democratie gaat. Deze leerlingen kunnen die rechten verdelen in twee categorieën, de wetgevende en de controlerende taken. En ze kunnen heel goed beredeneren dat het democratisch is dat de bestuurders worden gecontroleerd door de volksvertegenwoordiging. Eigenlijk snappen zij ons bestuur beter dan Manita Koop, een van de gedeputeerden in Zuid-Holland. Want die controlerende taak probeert zij steeds in de wielen te rijden, bijvoorbeeld door onvolledige informatie te geven. Mijn leerlingen kunnen prima uitleggen dat je het bestuur niet goed kan controleren als je niet alle informatie hebt. De Milieueffectrapportage (MER) van de RijnGouweLijn is hier een goed voorbeeld van.
Lees verder